Luilak, het oude meifeest, het feest van de zaterdagmorgen voor Pinksteren, waarbij iedereen die niet vroeg genoeg opstond om voor dag en dauw ("dauwtrappen") mee te gaan, voor luilak uitgescholden werd en moest trakteren. De Amsterdamse luilak was meer een morgen waarop de jeugd vrij was de bevolking in alle vroegte uit bed te bellen, uit bed te jagen door heidens lawaai met ketels, potdeksels, oude blikken en bussen en een machtig geschreeuw en gezang van "Luilak, beddenzak, luilak, beddenzak". Folkloristisch vermaak, waar geen bijzondere dingen meer van
te vermelden zijn dan dat het vroeger een gezellig feest moet zijn geweest voor iedereen, meto.a. warme bollen. In 1949 zijn de warme bollen weer gebakken en aan de burgemeester aangeboden. Ter voorkoming van straatschenderijen werden in later jaren door buurtverenigingen speciale ochtendfeesten georganiseerd (o.a. bioscoopvoorstellingen).
LIT. J.H. Kruizinga, Levende folklore, 1953, 118.