XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Looiersbuurt

betekenis & definitie

Looiersbuurt - Reeds in de 16de eeuw was de leerlooierij in A. van groot belang. De terreinen waar dit bedrijf werd uitgeoefend, lagen oorspronkelijk buiten de stad, maar met de vergroting van 1612 (zie: Uitbreidingen) werden zij in de stad opgenomen, waardoor de Huidenstraat en de Runstraat gerooid werden. Aan de overzijde van de Prinsengracht kwam tegenover de Runstraat de Looiersgracht*, waarna de Looiersstraat* en -dwarsstraten verrezen. Ook de kooplieden in huiden en vellen woonden hier; zij zorgden voor de namen Elandsgracht* en -straat*, Hazen-en Konijnenstraat aan de ene, en Harten- (is Herten) en Reestraat, Beren- en Wolvenstraat aan de andere zijde van de Prinsengracht.

In 1658 breidde niet alleen de stad, maar ook de leerlooierij zich uit en ontstonden in de toen nieuwe buurt bij de Vijzelgracht* een Nieuwe Looiersstraat en -sloot (deze laatste heet na de demping in 1873 Fokke Simonszstraat). De Looiersbuurt is nog altijd aantrekkelijk, hoewel wat betreft uiterlijk in de laatste decennia door vaak onverantwoorde verbouwingen en sloop van oude huizen ernstig verminkt. Hier was de wijk van de kleine handel en van het ambacht en nog altijd zijn er enkele zeer oude zaken te vinden (zie ook: Passeerdersgracht).

< >