Koggeschip - De kogge was in de Middeleeuwen het grootste type handelsvaartuig dat de zeeën bevoer. Het schip had een laadvermogen van 80 tot 100 ton en kon deze lading over relatief grote afstanden vervoeren. De kogge voer op de Hanzesteden, voornamelijk voor graan uit de Oostzeegebieden. In de 15de eeuw werd de kogge vervangen door een ander type schip, de hulk. Deze voer op Engeland (wol, tin en steenkool) en op Frankrijk (zout, wijn en zuidvruchten) en op Brugge (wol en linnen).
Verschillende zeevarende steden als Lübeck, Harderwijk, Stavoren en Medemblik hadden het koggeschip tot embleem voor hun zegel gekozen. Toen A. in 1300 stadsrechten verkreeg en voortaan stukken uit kon vaardigen die als waarmerk een zegel behoefden, koos de jonge opkomende handelsstad als zinnebeeld voor haar stadszegel ook het koggeschip. In het begin werd het heel primitief en simpel afgebeeld, maar weldra werden de zegels rijker van uitvoering en kwam er in het schip een banierdrager, die in zijn banier het stadswapen* voert met de Sint Andrieskruisen*. Het schip voert nog een man met een zwaard en het Henegouwse schild en er is een hond. Deze drie samen hebben de legende in het leven geroepen van de beide mannen met een hond die in een kogge zonder roer bij de Amstelmond zouden zijn aangeland en daar de stad zouden hebben gesticht. J.A. Alberdingk Thijm* heeft hierop een gedicht gemaakt, gepubliceerd in "Verspreide gedichten".
Als symbool voor de zeevaart hebben de 17de-eeuwse A'dammers het koggeschip als windwijzer aangebracht in de toren van hun stadhuis* (nu Paleis*) op de Dam. Ook op het Prinsenhof* (het latere stadhuis) is er nog een te zien. Een gevelsteen met het koggeschip in het Muntgebouw (zie: Munt) herinnert aan een verbouwing in 1938-1939. De steen was een gemeentelijke opdracht aan de beeldhouwer J.C. Schultz. Een historische en heraldische onmogelijkheid is te zien op een gevelsteen aan het Accijnshuis* in de Oudebrugsteeg: het koggeschip met twee Nederlandse vlaggen en bekroond met de keizerskroon*.
LIT. A. Ie Cosquino de Bussy, Het Amsterdamse "Koggeschip", O.A. 1949, 3; M.J. Cok-Escher, Honden en Amsterdam, O.A. 1990, 164; Jan M. Baart, Geboren uit het water, O.A. 1990, 208; Jos Otten, Het Amsterdamse zegel, Binnenstad no. 182, 2000, 63.