XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Hortus, De

betekenis & definitie

Hortus, De - De Hortus, stamt uit de tijd toen de rijke A'damse kooplieden ook beschermers van wetenschap en kunst waren. Maar het begrip Hortus is ouder. In de tweede helft van de 16de eeuw kwam er in deze contreien, als gevolg van de opheffing van de kloosters en dus de verwaarlozing van de kruidentuinen daarbij, een groot gebrek aan geneeskruiden. Vooral het Minderbroedersklooster was beroemd om zijn kruidentuin. In 1618 richtten 24 dokters en 17 apothekers van A. het verzoek tot de vroedschap* "een medicinalen Cruythoff, gelijck in verscheydenen anderen plaetschen werden gevonden, alhier ter steede te doen aenstellen".

De tuin kwam er, aan de Amstel ter plaatse van het latere Vlooienburg*. Het was een goede tijd voor de plantkunde, want sinds in 1554 de Vlaming R. Dodonaeus of Dodoens zijn vermaard geworden "Cruydt-boeck" had uitgegeven, waarin voor het eerst de planten "om haarzelven" en niet om het nuttig (medicinaal) gebruik ervan werden beschreven, begon de botanie opgang te maken en werden ook elders plantentuinen aangelegd. De Hortus van Vlooienburg werd in verband met de stadsuitbreiding enige malen verplaatst en kwam in 1630 terecht even buiten de toenmalige Regulierspoort*, op de plaats waar nu de Utrechtsestraat en Keizersgracht elkaar kruisen. Daar had het in 1532 afgebrande Regulierenklooster gelegen en in de hof daarvan kwam de kruidentuin, die volgens een contemporain schrijver tweeduizend soorten bevatte, "alderley slagh van uit- en inheemze

bomen, heysters, cruyden ende bloemen". Bij de stadsuitleg van 1658 werd het voormalige klooster een gracht. De kruidentuin ging naar de tuin van het Binnengasthuis*. Pas in 1682 kreeg hij zijn tegenwoordige plaats, toen Joan Commelin, raad van de stad, commissaris van de tuin werd. De geschiedenis is er verder een van gestage uitbreidingen, totdat in 1877 de Hortus onderdeel werd van de Gemeente-universiteit*, de huidige Universiteit van Amsterdam. In dat jaar werd Hugo de Vries*, die al sinds 1866 directeur was van de Hortus, benoemd tot lector; een jaar later volgde zijn benoeming tot buitengewoon hoogleraar. Onder leiding van deze vermaarde plantkundige kwam de A'damse Hortus spoedig in de belangstelling van de hele wetenschappelijke wereld te staan. In de tuin, die in 1878 vergroot was met het buiten gebruik gestelde Sint Antonieskerkhof*, heeft De Vries zijn vermaarde onderzoekingen verricht en talrijke studenten ingeleid in de nieuwe botanische vakken van die dagen: morfologie, anatomie, systematiek en fysiologie der planten. Vele malen heeft De Vries in zijn loopbaan eervolle aanbiedingen om naar het buitenland te komen afgeslagen. In 1910 kreeg hij echter een aanbod van de Columbia-universiteit te New York waartegen A. niet zou kunnen concurreren.

Opdat de beroemde hoogleraar trouw zou blijven aan A., heeft het gemeentebestuur toen zijn hartenwens vervuld: de Hortus werd sterk verbeterd. Er verrees het Hugo de Vries- laboratorium, ontworpen door Jan van der Mey*, aan de Plantage Middenlaan (1912) en de kassen werden uitgebreid. In 1928 nam De Vries afscheid. Ook daarna is de Hortus gestadig uitgebreid. Bij het 250-jarig jubileum in 1932 kreeg de tuin er het beheer van het Wertheimpark* bij, een jaar daarvoor was de nieuwe grote tropische kas gebouwd. Er zijn tropische, gematigde en Kaapse kassen, een verzameling succulenten die uiterst kostbaar is, een kleine warme kas en een kweekkas.

De totale oppervlakte van de kassen is 1.200 m2, wat veel lijkt, maar in vergelijking met buitenlandse tuinen gering is. In 1982 bestond de Hortus Botanicus drie eeuwen en toen was de Victoria amazonica (voor het eerst in bloei gekomen in 1859) er weer te zien. Deze was sinds 1968 niet meer getoond. In 1987 bloeide deze bezienswaardigheid in een nieuw bassin. Tegen de voorgenomen sluiting van de Hortus op 1 mrt. 1987 rees in 1986 veel protest en de "Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Hortus" werd opgericht. Op 3 okt. 1986 bepaalde de

president van de A'damse rechtbank, mr B.J. Asscher, dat de Universiteit beter overleg met de betrokkenen moest plegen voor er van een sluiting sprake kon zijn. Inmiddels groeide het ledenaantal van de vereniging van 1.750 (1986) tot 8.000. Het bezoekersaantal nam toe tot 76.000 in 1999. Voor 3,5 miljoen gulden werd een grote nieuwe kas gebouwd, waarin onder meer de Victoria amazonica werd ondergebracht. Het bouwwerk kwam vlak langs de brug die nu het Hortusplantsoen verbindt met de Plantage Middenlaan.

Deze hypermoderne drieklimatenkas, ontworpen door architect M. Zwarts, werd op 26 aug. 1993 in gebruik genomen. Zij herbergt ruim 2.500 plantensoorten. Voorts kwam er een café in de Oranjerie, een winkel en vond de restauratie plaats van de palmenkas, die een monument is. In het Hugo de Vrieslaboratorium werken organisaties op het gebied van Milieu- en Natuureducatie.

LIT. D. Wijnands, E. Zevenhuizen en J. Heniger, Een sieraad voor de stad: de Amsterdamse Hortus Botanicus 1638-1993, 1994.

< >