XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Gunters & Meuser

betekenis & definitie

Gunters & Meuser, handel in ijzerwaren. In 1826 ging de twintigjarige Johannes Petrus Gunters met een marskramerskist langs de bouw. De reden: zijn vader was bij een ongeluk omgekomen. Zijn moeder deed overdag de winkel in schoenmakersgereedschappen en fournituren aan de Prinsengracht 46 (nu café Het Bruine Paard). De zaken gingen goed en in 1875 gaat de zoon van Gunters een compagnonschap aan met Carel Frederik Christiaan Meuser.

De zaak verhuist dan naar Egelantiersgracht 2. Later worden de huurpanden aan de zaak toegevoegd. In 1917 komt op deze plek een nieuw pand tot stand, een gebouw in de stijl van de Amsterdamse School. Na de dood van de laatste Meuser in 1955, wordt de zaak overgenomen door de familie Olthof, die in 1966 in Nederland de zelfbediening in de ijzerwarenhandel introduceert. Dankzij een aantal overnames in de jaren '70 en '80 heeft Gunters en Meuser momenteel een vijftal filialen en vijf vestigingen van de aloude firma Weijntjes in hang- en sluitwerk. In 2001 werd het 175-jarig bestaan gevierd met de uitgave van een boekwerk.

LIT. Paul van der Zanden, Historisch Gunters en Meuser blijft modern, Het Parool 5 april 2001; Dolf Weverink, Gunters en Meuser 175 jaar, O.A. 2001, 126.

< >