XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Goldschmeding's

betekenis & definitie

Goldschmeding's - Goldscheding’s piano- en orgelhandel, tot 1986 gevestigd Raadhuisstraat 46-50, heeft 114 jaar bestaan, waarvan 63 jaar in de Raadhuisstraat. De oprichter, Gerardus Alexander Goldschmeding (1826-1899), begon zijn carrière in 1848 bij de piano- en orgelbouwer Flaesz in de Warmoesstraat 141. Na diens overlijden in 1872 nam Goldschmeding het bedrijf over en in 1875 was hij de eerste die Amerikaanse orgels (van J. Estey en Co. uit Brattleboro) in Nederland importeerde. De vijf zonen van Goldschmeding stonden met hun orgels op de Wereldtentoonstelling* van 1883 in Amsterdam.

Zij vormden in 1898 een vennootschap. Hun zaak heette toen "Amerikaansche Orgelhandel". Tegen het einde van de 19de eeuw hadden zij 23 agentschappen van deze orgels door het hele land. In 1897 verhuisden de toonzalen naar het pand Keizersgracht 305, dat later uitgebreid werd met de nrs. 299-301 en 303. Het huis Utrechtsestraat 119 hoek Prinsengracht werd in 1910 betrokken. Begin 1900 had Goldschmeding ook de alleenvertegenwoordiging in ons land van de piano's van het merk Ernst Kaps sr en rond 1920 kwamen de pianola's of kunstspeelpiano's in de handel. In 1923 betrok Goldschmeding het pand aan de Raadhuisstraat. Dit werd in 1907 gebouwd door de architecten A.J. Kropholler* en J.F. Staal* voor de n.v. "'t Binnenhuis van 1900", opgericht door H.P.

Berlage* en W. Hoeker. Nadat het "Binnenhuis" het pand in 1922 de Raadhuisstraat verlaten had, trok Goldschmeding erin. De firma opende in 1928 een radioafdeling met de merken Philips, Nora en Telefunken, die uitgroeide tot een afdeling hoogwaardige stereoapparatuur. Hoewel de firma Goldschmeding de ontwikkelingen op orgel- en pianogebied na de Tweede Wereldoorlog lang heeft kunnen volgen, werd het voor een van origine "piano-orgelhandelaar" door de vooruitgang in de elektronica erg moeilijk bij te blijven. Door de dood in 1976 van de toen 59-jarige directeur Ger Goldschmeding en het door ziekte gedwongen vertrek van zijn neef en mededirecteur Ton Goldschmeding in 1983, kwam er in 1986, mede wegens gebrek aan opvolging, een eind aan een familietraditie van ruim 114 jaar. De laatste vertegenwoordiger van de firma Goldschmeding, Anton, ging akkoord met de oprichting van de zelfstandige b.v. Clavis door 16 personeelsleden. Clavis nam alle verplichtingen van Goldschmeding over en is momenteel gevestigd Marnixstraat 252. De derde en vierde generatie Goldschmeding, was eigenaar van de juwelierszaak Barends, die sinds 1855 gevestigd was op Raadhuisstraat 55 en eveneens in 1986 werd opgeheven.

LIT. Els van Wageningen, Goldschmeding's piano- en orgelhandel 1872-1986. Opkomst, bloei en neergang van een familiebedrijf, O.A. 1987, 11.

< >