XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Gemeentelijke kunstprijzen

betekenis & definitie

Gemeentelijke kunstprijzen - Wethouder E. Boekman* promoveerde in 1939 op het proefschrift "Overheid en Kunst", waarin een stelsel van subsidies voor de kunst in de vorm van stipendia, opdrachten en prijzen werd geschetst als politiek ideaal. Na de bevrijding werd dit programma onder wethouder mr A. de Roos* in de praktijk uitgewerkt. Sinds 1945 geeft de stad Amsterdam jaarlijks prijzen voor de scheppende kunsten, vanaf 1972 via het Amsterdams Fonds voor de Kunst*. Het Fonds kent ieder jaar dertien kunstprijzen toe op voordracht van steeds wisselende adviescommissies, die daarnaast in de verschillende disciplines aanbevelingen doen voor het toekennen van aanmoedigingsprijzen.

De prijzen worden toegekend voor recent in de openbaarheid verschenen werken. De te bekronen werken worden beoordeeld als een integrerend onderdeel van een oeuvre of, wanneer het een aanmoedigingsprijs betreft, als een veelbelovende aanzet tot een oeuvre. Zo brengen de bekroningen tot uitdrukking hoe de eigen tijd oordeelt over recent in de openbaarheid gebrachte kunst en vindt van jaar tot jaar een actualisering plaats van de geschiedenis van de kunsten. Oorspronkelijk sprak men van de poëzie-, proza-, essay-, muziek-, toneel-, architectuur-, choreografie-, poppenspel-, mimografie-, film/video-, beeldende kunst-, en bouwkunstprijs van de Gemeente Amsterdam, terwijl de prijs voor grafische vormgeving al vanaf 1945 de naam van H.N. Werkman droeg. Sinds 1972 zijn aan deze prijzen de volgende namen verbonden: Herman Gorter* (poëzie), Multatuli* (proza), Busken Huet (essay/biografie), Matthijs Vermeulen (muziek), Albert van Dalsum* (toneel), Sonia Gaskell* (choreografie), Jan Nelissen (poppenspel), L.J.

Jordaan* (film/video), W. Sandberg* (beeldende kunst), Merkelbach* (bouwwerken), Wibaut* (stedenbouwkundige situatie), Mart Stam (interieurarchitectuur) en H.N. Werkman (1945). Voor werken van industrieel toegepaste kunst die voor bescherming in aanmerking kunnen komen op grond van de criteria van de Auteurswet 1912: Kho Liang le-prijs (1979), Emmy van Leersumprijs (afwisselend voor theatervormgeving, glas, keramiek, textiel, sieraden en modevormgeving), prof. Pi-prijs (illustratie) en Maria Austriaprijs (fotografie). De meeste prijzen en de aanmoedigingsprijzen worden jaarlijks uitgereikt, sommige twee-, drie- of vierjaarlijks (mimografie- prijs).

< >