XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 21-06-2018

Bushuis

betekenis & definitie

Bushuis of stadsbushuis, of geschuthuis, werd op de gronden van het voormalige Sint Paulusklooster aan de Oude Hoogstraat/hoek Kloveniersburgwal gebouwd in de jaren 1551-1556. Beneden was het stedelijk wapenmagazijn, daarboven waren drie korenzolders boven elkaar gelegen. In 1603 werd het aan de Verenigde Oost-lndische Compagnie* verhuurd, die er haar specerijen opsloeg en er al spoedig het Oost-Indisch Huis* naast bouwde. Het Bushuis was onder de Compagnie ook slachthuis en werd zelfs dikwijls zo genoemd naar de circa 2.000 ossen die er elk jaar geslacht werden.

Verder werd het, ook nog na de opheffing van de VOC in 1800, als pakhuis gebruikt, o.a. voor een thee-etablissement, waaruit in 1902 de Vennootschap "Pakhuismeesteren van de Thee"* is ontstaan. De gevel van het Bushuis deed sterk denken aan die welke wij nu nog kennen van de Militiezaal*, het gebouw aan het Singel dat de stad in 1606 ook als bushuis bouwen liet, ter vervanging van het oude aan de Kloveniersburgwal, waar de VOC ingetrokken was. Het bushuis is in 1890 afgebroken.

LIT. W. Jeeninga, Het Oostindisch Huis en het Sint Jorishof te Amsterdam, 1995.

< >