Bouw- en Woningtoezicht Amsterdam - Op 27 mrt. 1901 trad de verordening in werking van het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht en werd ir. J.W.C. Tellegen* tot directeur benoemd. Het was de tijd van de zgn. revolutiebouw, die in 1899 en 1900 zelfs tot enkele instortingen leidde. Door Tellegen werd nu een bouwverordening geconcipieerd, die in 1905 in werking trad.
Zij was een novum in Nederland. Op grote schaal werden voorts woningen onbewoonbaar verklaard, en werd met de opruiming van krotwoningen* begonnen. In 1915, het jaar waarin Tellegen burgemeester werd, was de dienst onder zijn leiding dermate uitgegroeid dat een afsplitsing, de Gemeentelijke Woningdienst*, noodzakelijk bleek. Na de Eerste Wereldoorlog begon het werk van de woningbouwverenigingen*. In 1965 werd de dienst omgedoopt in Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting. Op 1 jan. 1990 kreeg een omvangrijke reorganisatie van het bestuurlijk en ambtelijk apparaat haar beslag. Er kwamen tien deelraden bij, waar vele honderden ambtenaren werkzaam zijn. Daarnaast fuseerde een aantal diensten.
LIT. 50 jaar Bouw- en Woningtoezicht, O.A. 1951, 105; dr. I.H. van Eeghen, Bouw- en Woningtoezicht in vroeger dagen, M.A. 1953, 61; Egbert Ottens, 75 jaar Volkshuisvesting in Amsterdam, O.A. 1990, 226 en 282.