XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Boddaert-tehuizen

betekenis & definitie

Boddaert-tehuizen - Dagcentra voor schoolgaande jeugd, werden gesticht door jonkvrouwe E.C. Boddaert (1866-1948). Op 11 mrt. 1903 werd het eerste Boddaerttehuis geopend in de Nicolaas Beetsstraat, waar de freule niet alleen huisvrouw, maar ook opvoedster, leidster, docente van haar assistenten, administratrice en sociaal werkster was.

Zij koos als leidraad de tekst "Overwin het kwade door het goede" (Rom. XII:21). In de

statuten van de in 1904 opgerichte Vereniging Boddaert-tehuizen werd het doel aldus omschreven: "De Vereeniging gaat uit van het beginsel, dat de kinderen, zoo eenigszins mogelijk, niet aan hunne omgeving en hare verleidingen behooren te worden onttrokken, doch integendeel tegen die verleidingen moeten worden gesterkt. In verband hiermede blijven de kinderen deel uitmaken van hun gezin, bevordert de Vereeniging het bezoek van de openbare of bijzondere school en oefent zij haar verdere opvoeders, een en ander voor zoover dit niet door overmacht wordt verhinderd". Dat was progressieve taal voor een tijd waarin men moeilijke kinderen naar gevangenissen en pleeggezinnen stuurde. Ondanks veel tegenwerking konden meer huizen worden geopend, o.a. op Zacharias Jansestraat 49 in Watergraafsmeer. Toen freule Boddaert overleed werd haar werk als directrice voortgezet door freule Von Spengler, die 30 jaar lang als rechterhand had meegewerkt. Langzamerhand kwamen er wel veranderingen tot stand, maar de hoofdgedachte (het kind opvoeden, terwijl het in eigen milieu blijft) bleef behouden.

Op 9 febr. 1968 kon het "Schiphuys" in de Kattensloot (Jacob Catskade) worden geopend. In datzelfde jaar kon een eigen zomerkamp worden ingericht. Het vierde Boddaert-tehuis werd op 4 sept. 1970 op Amerbos 187 geopend. In 1981 dreigden deze centra financieel in de knel te raken door de toepassing van een nieuwe rijksbijdrageregeling, waarbij bepaald werd dat de ouders een eigen bijdrage moesten betalen. De vereniging is nu een stichting, die ongeveer 30 tehuizen beheert.

LIT. M.J. Biemond-Kam, 65 jaar Boddaert-tehuizen, O.A. 1968, 82; Theo van Stegeren, De freule moest eens weten ..., 1978.

< >