XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Blindenbibliotheek

betekenis & definitie

Blindenbibliotheek - Dateert van 1919 en is van oudsher een afdeling van de Openbare Leeszaal*. Sinds 1925 is hier ook de collectie van muziekbladen in braille in ondergebracht van de Bond van blinde organisten. Een belangrijke uitbreiding was de inrichting in 1955 van een studio ten behoeve van opname en reproductie van het zogenoemde "gesproken boek". De uitlening van deze bandopnamen, ook voor studiedoeleinden, speelt sindsdien een grote rol in de lectuurvoorziening voor blinden. De blindenbibliotheek is sinds 1958 gevestigd aan het Molenpad 2.

In 1981 werd de bibliotheek daar uitgebreid door de aanschaf van drie garages, waarin studio's werden ondergebracht. De bibliotheek concentreerde zich meer en meer op studie lectuur en neemt binnen het stelsel van blindenbibliotheken momenteel een belangrijke plaats in als de studie- en vakbibliotheek (S.V.B.). De vervaardiging van braille lectuur is in de loop van de jaren uit Amsterdam overgeheveld naar collega-instellingen in den lande. De uitleen van braillelectuur is echter nog steeds een van de taken van de bibliotheek, alsmede de uitleen van groteletterboeken, gesproken boeken en gesproken tijdschriften.

LIT. J. van Breemen, Braillebibliotheek 1919-1948. Uit de leeszaalwereld, 1949; C.H.C. Frijters, Lezen gaat ongezien, 1987.

< >