XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Beurs (van De Keyser)

betekenis & definitie

Beurs (van De Keyser) - Andere belangrijke handelssteden hadden al overdekte beursgebouwen. Hendrick de Keyser* werd naar Londen gestuurd om daar het beursgebouw (1567) te bestuderen. Een commissie maakte uit dat de beste plaats het noordeinde van het Rokin, tegen de Middendam (zie: Dam), zou zijn (op die plaats staat tegenwoordig de Industriële Club*). Op 1 sept. 1607 werd uit twee bestekken één ontwerp gekozen, zeer vermoedelijk dat van Hendrick de Keyser. Deze beurs werd in 1613 in gebruik genomen.

Zij stond boven "Het Water"* en rustte op vijf bogen in de Amstelmonding. De middelste boog was zo hoog dat schepen met gestrekte mast er onderdoor konden varen. Ook mochten schepen onder die grote boog overnachten. De beurs is ook door Joost van den Vondel* bezongen. In zijn "Inwijdinge van 't Stadthuys t' Amsterdam" wijdt hij aan het gebouw een gedicht, waarvan de beginregels luiden: "De Beurs daer d'Amstel stuit, en door vijf steene boogen, Met waterpylen schiet, als van een pees gevloogen". De beurs had een hoge toren aan de Rokinzijde met een klokkenspel van Hemony*. Na het Twaalfjarig Bestand is er nog eens een poging gedaan van Spaanse zijde om dit gebouw in brand te steken (zie: Beurstrommelen). In 1659 bleken de bogen onder het gebouw wat ingedrukt. Direct werd de beurs tijdelijk verplaatst naar de Nieuwe Kerk, herstellingswerken werden ondernomen, die een jaar later gereed waren.

Later is de beurs nog eens vergroot, de toren afgebroken en een klein torentje op het dak geplaatst. In 1667 is de keur voor de kooplieden vernieuwd en werd er eenmaal per dag beurs gehouden, beginnende om twaalf uur. Oorspronkelijk moesten laatkomers boete betalen ten behoeve van het Aalmoezeniersweeshuis*, maar die bepaling is later in onbruik geraakt. Opmerkelijk is dat ook in die oude beurs de orde eigenlijk door de kooplieden zelf, zonder inmenging van de politie, gehandhaafd werd. Wie niet gewenst was, werd gewoon van de beurs weggedrongen. In 1803 werd een grote verzakking van het middengewelf ontdekt. Men trof provisorische maatregelen, bouwde een hulpbeurs op de Dam, repareerde, maar kwam in 1825 opnieuw tot de ontdekking dat er grote verzettingen waren in de gewelven en dat werd steeds erger, zodat in 1835 besloten werd de beurs af te breken en een nieuwe te bouwen. Voor de kooplieden werd tussen Beurssteeg en Damrak een houten hulpbeurs opgesteld.

< >