Bethaniënklooster - In dec. 1989 verscheen een speciale uitgave van het tijdschrift "Binnenstad" van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, getiteld "De Bethaniënbuurt vroeger - nu - straks", onder redactie van Geurt Brinkgreve. Prof. dr. ir. R. Meischke gaf dit rijk geïllustreerde geschrift een voorwoord mee, waarin hij onder meer schreef: "Dit stukje stad is zó bijzonder dat het ons veel waard moet zijn het te heroveren. Ook al moeten we er een lokale tachtigjarige oorlog voor over hebben". De Bethaniënbuurt bevindt zich tussen de Kloveniersburgwal en de
O.Z. Achterburgwal, zuidwestelijk van de Nieuwmarkt. Deze buurt kwam bij de uitleg van 1425 binnen de veste en er werden verschillende kloosters gebouwd. Een van de belangrijkste was het klooster Maria Magdalena in Bethaniën, waaraan de Bethaniënbuurt haar naam ontleent. Het was een vrouwenklooster, gebouwd in 1462, waar veel boetelingen uit betere kringen kwamen. Door de grote toeloop en rijke giften veranderde het karakter van het klooster, waarvan vele kostgangers gebruikmaakten. Men kon er een smakelijk stuk vlees krijgen, doordat de kloosterlingen over een koestal beschikten en zich belastten met het vetmesten van de ossen voor de schuttersmaaltijden. Het eigenlijke klooster lag tussen de Barndesteeg en de Koestraat en het was lang en smal. In 1551 was de staat waarin het klooster verkeerde onhoudbaar en om het te restaureren moest men enkele erven verkopen. Er werd een weg doorheen aangelegd, de tegenwoordige Koestraat.
Er kwam een voorstel om het Bethaniënklooster te bestemmen tot pesthuis, maar dat ging niet door. Na 1578 werden de kloosters opgeheven; de onroerende goederen werden onteigend, want de stad had behoefte aan bouwterrein. Het belangrijkste van het Bethaniëncomplex was de kapel, waar in het schip in 1594 de Latijnse School* werd gevestigd. Op een van de erven woonde de stadsorganist J.P. Sweelinck*. Toen de kerk in tweeën werd gesplitst woonde in de ene helft de schilder-uitvinder Jan van der Heyden* en in de andere helft de kunstschilder Johannes van der Capelle. Een tijdlang was er een herberg in de kerk gevestigd, totdat in 1736 de toenmalige eigenaar zijn helft liet afbreken om er drie huizen te laten bouwen, bekend door de fraai gesneden deurkalven Geloof, Hoop en Liefde. In onze tijd bezit de Vereniging "Hendrick de Keyser"* het Wijnkopersgildenhuis*, Koestraat 10 en 12. De Stichting Diogenes* kocht de 18de-eeuwse panden 34-36. Wat er nog van het oude klooster over was, werd in 1969 door de gemeente gekocht van een timmerfabriekje.
Er werd een nieuwe betonnen fundering gelegd, maar verder werd er niets aan gedaan. Totdat Geurt Brinkgreve zijn oog op het pand liet vallen en het wel geschikt achtte voor een onderkomen voor muziekstudenten. Er kwam in 1986 een nieuwe stichting, gevormd door de oecumenische gemeenschap Oudezijds 100 en het R.K. Oude-Armenkantoor, die het oude gebouw nieuw leven trachtte in te blazen. De naam werd "Stichting Bethaniënklooster". In de nok van het oude Bethaniënklooster kwamen tien ruime kamers voor muziekstudenten van het Sweelinck Conservatorium (zie: Conservatorium, Amsterdams). Het middengedeelte, oorspronkelijk de eetzaal van de nonnen en de "bekeerde susteren", werd muziekzaal.
In het oudste en meest authentieke gedeelte van het klooster, de crypte met rondom bogen, houdt ds R. Boiten kerkdiensten. Het is ook geschikt voor het houden van exposities en concerten. Het is onvoorstelbaar wat er nu in het restant van het oude Bethaniënklooster is verricht. Vooral de muziekzaal is schitterend gerestaureerd. Opvallend zijn de koperen kroonluchters, die de zaal haar feestelijk aanzien geven en die werden gemaakt naar oude voorbeelden. Het Bethaniënklooster, ooit een dichtgetimmerde bouwval, vervult tegenwoordig een belangrijke functie in het Amsterdamse muziekleven.
LIT. T. den Herder, De Oudezijds Achterburgwal, O.A. 1951, 158; C.A.L. Sander, De kelders van het voormalige klooster Sint Magdalena van Bethaniën, O.A. 1957, 89; drs. W.J. Bruijn, De Bethaniënbuurt wordt opgeknapt, O.A. 1968, 110; Geurt Brinkgreve, Nieuwe bestemming Bethaniënklooster, De Lamp aug. 1986.