Amsterdam, FC - Voetbalclub, ontstond in 1972 door de samenvoeging van de voetbalclubs DWS* en Blauw Wit*. Later kwamen de Volewijckers* erbij. Gevat, humoristisch, onaangepast, onbevangen, zo viel de club het best te karakteriseren. De eerste jaren werd de kern van het elftal gevormd door het 'oude' trio, keeper Jan Jongbloed, vleugelverdediger Frits Flinkevleugel en libero Jan Fransz. Later werd dit trio aangevuld met het jonge trio Gerard van der Lem, Nico Jansen en Geert Meijer.
Publiek trok de club nauwelijks, met uitzondering van een paar toppers. Het was een combinatie van voetbal, plezier en vriendschap die de sfeer bepaalde. In 1982 werd de club, die in het Olympisch Stadion speelde, opgeheven. De sponsor Dé Stoop zag van verdere financiële steun af. Eind 1982 werd voorgesteld een nieuwe profclub FC Almere (een mengeling van oud-spelers van FC Amsterdam en van het voormalige FC Den Haag) in het leven te roepen. In mei 1982 werd de Stichting FC Almere opgericht om dit doel te bereiken. Deze club speelt nu in de amateurafdeling van de KNVB.
Lit. Marcelle van Hoof, De Lieverdjes, Opkomst en ondergang van FC Amsterdam, 1999.
