Een schorre bespelingwijze van trompet of trombone, ook klarinet e.a. instrumenten in Jazzmuziek o.a. in Duke Ellington's orkest tot een hoogen trap van perfectie gebracht door de trompettisten Bubber Miley (♰), Charles Williams en Art Whetsel, en den trombonist Joe Nanton. Het doel is: aan de gevoels-expressie een maximum aan expansie te geven.
De Jungle-stijl is een uiterste op het gebied der Jazz‘intonaties’. Niet het gebezigde timbre-materiaal op zichzelf, maar de wijze, waarop dit wordt aangewend, bepaalt naar de wetten der Jazzmuziek in vele gevallen de klank-schoonheid. De moderne ‘growl’ is, in al zijn felheid, een volkomen evenwichtige en beheerschte voordrachtsvorm met een eigen, vaak zeer sterke bekoring; het verheft zich ver boven de grove onbedwongen schorre klankuitspattingen, soms met ‘komischen’ inslag, in de lawaaierige pseudo-jazzmuziek van weleer (zie: ‘Jazz’, Geschiedenis). Men luistere naar: ‘Take it Easy’ (Br. A 500244), ‘East St. Louis Toodle-OO’ (H.M.V.
B 4958), ‘Saturday Night Function’ (H.M.V B. 4956), ‘Black and Tan’ (Parl. 85190 of H.M.V. B 6356), ‘The Mooche’ (Br. A 500190), ‘Echoes of the Jungle’ (H.M.V B 6066), ‘Harlem Speaks’ (Decca M-438), door Ellington en zijn Orkest. De blanke trompettist Muggsy Spanier munt eveneens uit in dezen stijl. Men hoore hem in ‘Lonesome Road’ door Ted Lewis (Col. CB-63).
De negerzangeres Adelaide Hall beoefent den ‘jungle-stijl’ vocaal. Men luistere naar Ellington's ‘Creole Love Call’ (H.M.V-B 6252), ‘Blues I love to Sing’ (H.M.V B 4966). ‘The Mooche’ (Parl. R-1615) en ‘Hot and Bothered’ (Parl. R 582) bevatten eveneens vocalen growl.P.