Aanverwantschap. De betrekking, welke door aanhuwelijking ontstaat, tusschen den eenen echtgenoot en de bloedverwanten van den anderen.
In het bijzonder noemt men in het dagelijksch leven den schoonbroer een zwager (in sommige streken heet de schoonzuster: snaartje), maar in rechte is dit slechts een bepaald geval van zwagerschap. In rechte heeft de zwagerschap soortgelijke gevolgen als bloedverwantschap (bij levensonderhoud, eedsaflegging, huwelijk). Bij rechterlijke raden, gemeenteraden en Provinciale Staten is het gezamenlijke lidmaatschap van zwagers verboden. De ontbinding van het huwelijk doet de zwagerschap niet ophouden. Huwelijk met de zuster van de eerste vrouw is verboden. De Koningin kan ontheffing verkenen.
Schoonouders hebben ook na de echtscheiding recht op onderstand van den voormaligen schoonzoon, indien zij behoeftig worden. Is de vrouw meermalen getrouwd en gescheiden, dan kunnen er vele schoonzoons tot verzorging van de schoonouders geroepen worden.Ofschoon bij zwagerschap eigenlijk geen sprake is van graden, spreekt men toch van zwagerschap in den eersten graad b.v. tusschen schoonvader en schoonzoon of schoondochter.