Knobbels op den rug van jong vee, veroorzaakt door larven van de runderhorzel. Blijkens de onderzoekingen van den Nederlander Koorevaar leggen de horzels de eieren op de huid; zij worden door het dier afgelikt, dringen door keel en slokdarm naar binnen en zwerven door het lichaam.
In den winter verblijven de maden in het wervelkanaal als kleine, 1 cm lange wormen. In het voorjaar dringen ze naar de oppervlakte en nestelen zich onder de huid, groeien daar in den gevormden etter en breken dan naar buiten door. Zij vallen op den grond, verpoppen en uit de pop komt de volwassen runderhorzel. De larven zijn gemakkelijk na een huidsneedje te verwijderen en dan te dooden. Sommige jonge dieren zijn in het voorjaar zóó bezet met wormbuilen, dat hun voedingstoestand er onder lijdt. De huid is dan van weinig waarde; zij is vol gaten.
