Gepubliceerd op 18-08-2020

Tras

betekenis & definitie

Fijngemalen tufsteen, die veel kiezelzuur bevat; men voegt ze bij vette kalk, ten einde die te laten verharden. Het kiezelzuur in tras lost namelijk in water op en verbindt zich met kalk tot kiezelzure kalk, die hard is en onoplosbaar in water.

Tras wordt zelfs reeds onder water hard. Vooral bij metselwerk onder water, werd vroeger veel tras gebruikt.De grondstof voor de trasbereiding, de tufsteen, is een poreuze, vulkanische aardsoort, door verweering van lava uit gruis ontstaan, dat later samenbakte. Men vindt tufsteen bij Andernach en bij Puzzolo (bij Napels). Deze is reeds door de natuur gebakken en behoeft slechts fijngemalen te worden. Ook voor bouwsteen wordt van tufsteen gebruik gemaakt.

De Dordtsche tras had vroeger een groote vermaardheid. Ook in Wormerveer waren vroeger trasmolens. Eén daarvan ,,De Rietvink” heeft in 1795 het geheele vorstelijke verblijf ,,Het Valkhof”, te Nijmegen, tot tras vermalen. Wanneer men bedenkt, hoe groot de gebouwen, bijgebouwen, torens, muren en poorten waren, dan moet men zeggen, dat het sloopen, vervoeren en malen van al die steen een groot werk is geweest. Het duurde twee jaren en zóó ging de herinnering aan onze oudste geschiedenis, van den tijd der Romeinen en van Karei den Grooten in tras onder. Een verzameling papieren, op die slooperij betrekking hebbend, is door den trasmolenaar aan het archief te Nijmegen geschonken.

Thans wordt tras weinig meer gebruikt; men mengt de kalk met cement, dat ook oplosbaar kiezelzuur bevat. De vrije kalk, welke bij verharding van cement overblijft, zal, bij werken boven den grond, toch tot koolzure kalk verharden. Bij werken onder water, vooral in zeewater en veenwater, gebruikt men cement en tras doorelkaar, omdat vrije kalk met bestanddeelen van het zeewater verbindingen kan aangaan, die de vastheid afbreuk doen.

Indien men, bij het maken van een cementen vloer, de mortel met tras mengt, kan men later den vloer oliën, zonder dat de olie door vrije kalk verzeept.

< >