Gepubliceerd op 18-08-2020

Terp

betekenis & definitie

Heuvel van klei langs de kust van Friesland en Groningen. Men meent, ofschoon er terpen zijn van 1300 meter lengte en 50 meter breedte, dat menschenhanden ze hebben opgeworpen, ter beveiliging der woningen tegen het water.

Men grondt die meening op vondsten van resten van menschelijk verblijf in die terpen: aardewerk van de Romeinen uit de 1ste— 4de eeuw na Chr., Saksisch aardewerk, knobbelpotten uit de 3de—5de eeuw na Chr. en Frankisch aardewerk uit de 5de— 9de eeuw. Daar de bedijking plaats had omstreeks het jaar 1000, moet men aannemen, dat de bouw der terpen heeft plaats gehad tusschen de 1ste en 10de eeuw.Zij zijn niet in ééns tot de bestaande hoogte opgeworpen, doch langzamerhand. De zee kwam blijkbaar steeds hooger, door daling van het land.

De studie der potscherven en voorwerpen van anderen aard, geeft ons een denkbeeld van den ouderdom dier voorwerpen. Beenderen van paarden kunnen zijn uit den tijd der Romeinsche overheersching, want de Romeinen brachten hier de eerste paarden. Maalsteenen zijn óók uit dien tijd. Een plankje met was bestreken, heeft men óók gevonden. Het bevatte een in het Latijn gestelde koopakte van een rund.

Voorts vond men een houtje met runenschrift. Deze oudheidkundige vondsten worden bewaard in het museum te Leeuwarden en in dat te Leiden. In de provincie Groningen vindt men terpen in rijen langs de beken; men noemt ze daar wierden. Dorpen zijn daar op gebouwd en vele honderden terpen zijn reeds afgegraven, om te dienen tot bemesting van weilanden. Ook in Zeeland treft men er enkele aan. Men noemt ze daar vliedbergen of hillen; evenzoo in de Betuwe.

< >