Operatieve verwijdering van blaassteenen. In vroeger tijd kwamen blaassteenen veel vaker voor dan tegenwoordig.
Reeds aan de oude Indiërs was de kunst van het steensnijden bekend. Waarschijnlijk hebben deze het van de Grieken geleerd. In den tijd van Hippocrates werd de bewerking overgelaten aan bepaalde personen : steensnijders; de geneeskundigen achtten haar beneden hun waardigheid. Een werkwijze van Celsus (100 j. na Chr.) is langen tijd in gebruik geweest. Men bracht twee vingers in den endeldarm, drukte aldus den steen tegen den blaashals en men maakte een halvemaanvormige snede langs den bekkenrand in den buikwand. Dan werd de steen door de opening gedrukt. Velen stierven en wie genazen hadden dikwijls blaasfistels.De steensnijders waren ruwe klanten, die handel dreven in de geheimen van hun kunst.
In het eind van 1600 verbeterde de werkwijze, doordat men de zgn. buitenste snede toepaste. Na een sonde in de pisbuis te hebben gebracht, maakt men links naast de sonde een insnijding tot in de blaas, haalde met den vinger den steen naar zich toe en trok hem met een steentang op geleide van den vinger door de insnijding naar buiten. Omstreeks 1750 begonnen de chirurgijns de operatie te doen en het steensnijden hield op een afzonderlijk vak te zijn.