Een rij staken of palen, op geringen afstand van elkander in den grond geplaatst, onderling verbonden. Een wildbaan met een staketsel omtuind.
Een staketsel in het water, om watervogels in op te sluiten Staketsel, dat een doorgang afsluit. Fig.: hindernis, belemmering. Staketwerk paste men vroeger veel toe op zeedijken. Het waren palenrijen in een steenbezetting. De palen waren onderling door kespen (dwarshouten) verbonden. Hiermede trachtte men de aanloopende golven te breken. Thans alleen bij bijzonder blootgestelde dijken toegepast.