Bleekroode, rolronde ingewandswormen van eenige decimeters lengte, puntig aan de einden, welke wormen veelvuldig bij kinderen en bij onze jonge huisdieren voorkomen en in den inhoud van den dunnen darm leven. Het zijn in den regel onschuldige parasieten, maar soms veroorzaken zij voedingsstoornis, walging, braakneiging, snijdingen, duizelingen.
Dikwijls kruipen zij door de neusopening naar buiten. Soms ziet men jonge dieren, welke spoelwormen hebben, vermageren, terwijl de buik dik is. Elke diersoort heeft een eigen soort spoelworm. De aanwezigheid van spoelwormen in den darm, kan worden aangetoond door microscopisch onderzoek van de ontlasting, waarin men de eieren dan kan aantreffen. Het wijfje van den spoelworm legt nl. buitengewoon veel eieren, soms meer dan haar eigen lichaamsgewicht. De aanwezigheid van zelfs een enkelen spoelworm verraadt zich dan ook altijd.
Vindt men geen eieren, dan zijn er ook geen spoelwormen in den darm. Reeds Leeuwenhoek, de uitvinder van het microscoop, hield zich met het onderzoek van spoelwormen bezig. De eieren, welke in vochtige omgeving lang goed blijven, kunnen met. water (groenten, appels) weer in het lichaam komen en zich gaan ontwikkelen en doordat de mest van dieren vaak in den groententuin komt, gaan die eieren licht op de groenten over. Voor eenige jaren heeft men op het eiland Terschelling een uitgebreide besmetting met spoelwormen vastgesteld. Van vele personen werd de ontlasting onderzocht. Te Midsland hadden 36 % der onderzochten spoelwormeieren in de ontlasting en te West-Terschelling 82 %. Het bleek, dat men daar algemeen beer als meststof in de groentetuinen gebruikte.De eieren, welke opnieuw in den darm komen, hebben een merkwaardigen ontwikkelingsgang. De larven, welke zich daaruit ontwikkelen, dringen door den darmwand heen, geraken in het bloed, zwerven door lever en longen en komen ten slotte in den darm terug.
Bij honden geven spoelwormen soms krampen. Men is gewoon, jonge honden op gezette tijden een wormkuur te laten ondergaan. Een bezwaar hiervan is, dat men dan het geneesmiddel ook geeft aan dieren, die geen spoelwormen hebben, te meer, daar de honden, doordat het middel eenigszins vergiftig is, er eenigen tijd door van streek zijn. Bij dieren en menschen heeft men waargenomen, dat onder den invloed van een algemeene ziekte of door wormmiddelen, vele wormen tegelijk werden afgedreven en samenklonterden tot een bal, welke den darm verstopte, hetgeen bij operaties, bij lijkschouw of uit de verschijnselen bleek.
In den regel brengen spoelwormen het leven niet in gevaar, maar wel verzwakken zij het gestel en maken ze het lichaam vatbaar voor besmetting met kiemen van andere ziekten: honden met hondeziekte, kalveren en varkens met borstziekte enz.