Wanneer men ijzer, dat uit den hoogoven komt, snel afkoelt, dan blijft een groot gedeelte van de koolstof, welke zich in het ijzer bevindt, scheikundig aan het ijzer gebonden. Dat ijzer is wit op de breuk en heeft een kristallijnen bouw.
Men noemt het wit gietijzer.Koelt men echter langzaam af, dan scheidt zich een groot deel van de koolstof af als grafiet, waardoor het ijzer grauw op de breuk wordt. Dit is grauw gietijzer.
Nu heeft mangaan de eigenschap de afscheiding van grafiet te belemmeren. Aldus is het mogelijk, door bijmenging van mangaan en snelle afkoeling, alle koolstof in verbinding met het ijzer te laten. Zulk ijzer heet spiegelijzer. Het heeft een kristallijnen bouw, de breuk is schelpachtig (met kringen), tinwit en glinsterend. Het bevat geen vrij grafiet. Het is de grondstof voor staal.
