Een holte met een eigen wand, gevuld met een weinig helder, kleurloos, slijmerig vocht en gelegen op plaatsen, waar spieren, pezen, beenderen of huid over elkaar heenglijden. Verder komen slijmbeurzen voor op plaatsen, waar de huid herhaaldelijk op het daaronder gelegen been gedrukt wordt.
In gewone omstandigheden is van die slijmbeurzen niets te voelen of te zien. Geraakt echter zulk een slijmbeurs in ontsteking, dan ziet men een ronde zwelling, welke week is. De slijmbeurzen aan de voorzijde van de knie zijn het meest bekend, omdat zij zoo gemakkelijk in ontsteking geraken. Bij rundvee ziet men slijmbeurzen aan de buitenzijde der spronggewrichten; zij bevatten veel slijm en zijn gespannen. De boeren noemen ze ,,leggers”.
