Een zeer sterk gekromd mes, voorzien van fijne tandjes, dat gebruikt wordt om riet, paardeboonen, oliezaad te snijden. Bij het maaien van graan gebruikt men de zicht, een korte zeis (afb. blz. 391).
De sikkel gebruikt men in slooten, waar men niet maaien kan en op het veld, wanneer men het groene onkruid niet in de schoof wil hebben, omdat anders de schoof niet droog wordt (boonen in het najaar).Wat de stedelingen een sikkel noemen, is veelal een zicht.