Gepubliceerd op 18-08-2020

Schurft

betekenis & definitie

Huidaandoening, veroorzaakt door een spinachtig insect: de schurftmijt. Elke diersoort heeft zijn eigen soort schurftmijt, die wel op een andere diersoort kan overgaan, maar zich daar nimmer sterk zal gaan ontwikkelen.

Schurft bij den mensch wordt veroorzaakt door een mijt, die gangen in de huid graaft, een graafmijt dus. Deze gangen zijn soms 1,5 cm lang, wit van kleur, vaak zwart door ingedrongen vuil. De graafmijt bevindt zich aan het einde van deze gangen en is daar uit te halen. Zij doet zich dan voor als een wit stipje, dat zich beweegt. Veelal begint de ziekte in de plooien tusschen de vingers en veroorzaakt daar een hevigen jeuk, waardoor krabwonden ontstaan, welke besmet kunnen worden en ontsteking kunnen geven. Er vormen zich dan korsten en de graafmijtkanaaltjes zijn niet meer te onderkennen.

Bij de behandeling moet men ervoor zorgen, dat het geheele gezin en niet een enkel persoon behandeld wordt en dat kleeren en beddegoed ontsmet worden.

Bij schapen heeft men twee soorten van schurftmijten; de graafmijt en de zuigmijt. De graafmijt bevindt zich veelal aan den kop en de ziekte, daardoor veroorzaakt, wordt gewoonlijk kopschurft genoemd. De zuigmijt bevindt zich op andere plaatsen van het lichaam en leeft aan de oppervlakte, doet het haar uitvallen en de huid ontsteken. Deze aandoening noemt men wolschurft. Het spreekt van zelf, dat de zuigmijt gemakkelijker te dooden is, dan de graafmijt in de gangen. De besmetting heeft gewoonlijk plaats door een vreemden ram, welke aan de kudde wordt toegevoegd. Een schurftig schaap steekt den geheelen koppel aan.

Schurft bij paarden komt weinig voor. Is een paard door schurft aangetast, dan zetelt die veelal in het koothol, waardoor de dieren geweldig staan te stampen. Het zijn veelal ingevoerde paarden, welke aan schurft lijden.

Schurft bij koeien was voor een tiental jaren bij ons onbekend. Van daar dat er geen beperkende bepalingen omtrent koeienschurft in de Veewet voorkomen (toezicht bij den invoer, wering van zieke dieren van de markten). Thans is koeienschurft niet zeldzaam. Zoowel zuigmijten als graafmijten komen bij koeien voor, zelfs wel twee zuigmijtsoorten. Gewoonlijk wordt koeienschurft in den winter erger, omdat de dieren dan hun winterhaar hebben, dat dichter is dan het zomerhaar. Des zomers hebben zon en wind een gunstigen invloed op het verloop der huidziekte : de mijt ontwikkelt zich dan niet verder, de korsten welke zich gevormd hebben, verdwijnen en het dier wordt glad en glanzend, In den winter echter komen de korsten terug en zoo blijft de ziekte slepend van het eene jaar in het andere. Soms ziet men geheele stallen vol kaal en korsterig vee.

De behandeling van koeienschurft is nogal ingewikkeld. Allereerst moet de ziekte vastgesteld worden, zoodat men weet met welke soort mijt men te doen heeft en men zeker is, schurft en niet een andere huidaandoening te moeten behandelen. De huid moet gewasschen worden met warm water en daarna geschoren, ten einde de schurftgangen open te maken, zoodat het geneesmiddel diep kan indringen. Niet alleen de aangetaste plekken, maar het geheele dier moet gezuiverd worden. Na tien dagen moet de behandeling herhaald worden om de pas uitgekomen mijten te dooden. De bestrijdingsmiddelen zijn groene zeep en warm water, afgewerkte motorolie, karottensaus (tabaksaftreksel).

Een nieuwe behandelingswijze is die met zwaveldamp (zwaveldioxyde), welke men gedurende een uur bij een temperatuur van 30 graden laat inwerken op de huid. Hierbij gebruikt men een gaszak, die de koe moet omsluiten; alleen de kop blijft er buiten.

Alle soorten van veemijten kunnen op den mensch overgaan, maar zij handhaven zich daar niet lang. In de praktijk ziet men er weinig van.

Schurft bij honden is een zeer hardnekkige ziekte op den kop. Het is een haarzakschurft, waarbij de mijt in de haarzakken leeft en daar haast niet met geneesmiddelen te bereiken is.

Schurft bij vogels wordt veroorzaakt door een klein soort kevermijt, geelwit van kleur en kleiner dan een millimeter. Deze mijten leven soms in grooten getale in kippenen duivenhokken en kunnen zoo in de woning komen. Zij kunnen het dan den mensch zeer lastig maken, daar zij ook op de menschelijke huid leven en soms aanleiding geven tot een huidontsteking, welke als duivenschurft bekend staat. De mijt is haast even moeilijk uit de huizen te verwijderen als de weegluizen, welke eveneens afkomstig kunnen zijn van vogelnesten onder de pannen en van duiventillen aan het huis.

< >