Plotseling afkoelen of verhitten. Witgloeiend ijzer schrikt men, om het te harden.
Een gekookt ei laat men schrikken, om de schaal los te maken. Vleesch schrikt in de heete pan. Als men visch even wil laten koken, dan wordt ze geschrikt. Gloeiende slakken vergruizen, als men ze in koud water schrikt.Verder beteekent schrikken: verspringen. Een ketting, waaraan een zwaar gewicht hangt, schrikt soms met een ruk. Schrikkelen. Schrikkeljaar.
Wil men een moer losdraaien en bestaat er kans, dat de bout mee zal draaien, dan schrikt men de moer met den moersleutel, door er een ruk aan te geven.