Een schakel is een maas van een vischnet. Schakeltouw en schakelgaren dienen om netten te boeten.
Haringschaken is haring uit de netten schudden. Voorts is schakel de naam van een staand vischnet, dat hierdoor gekenmerkt is, dat er een tweede net met zeer groote schakels (mazen) achter tegenaan staat. Met de schakel zet men smalle wateren in hun geheele breedte af. Door in het water te plonzen, wordt de visch (snoek of witvisch) in het net gejaagd. De visch duwt het eerste net, dat nauwe mazen heeft en slap in plooien hangt, voor zich uit, door een der schakels van het achterstaande net heen. Als de visch niet verder kan, keert zij zich om en stulpt het nauwmazige net door een tweede wijde schakel, maar nu in tegengestelde richting en heeft zich dan geheel verward.
