Gepubliceerd op 18-08-2020

Roos (heelkunde)

betekenis & definitie

Ontsteking van de oppervlakkige huidlagen tengevolge van ronde roosbacteriën, soortgelijke, als de verwekkers van steenpuisten. De ontsteking kan zich aansluiten aan eene verwonding, maar ook kan zij zonder naspeurlijke toegangsplaats aan het gelaat of aan het hoofd voorkomen.

Kenmerkend is de uitbreiding: eerst als vlammen, dan als een landkaart met roode puntjes, welke boven het huidoppervlak uitsteken. De begrenzing is zeer scherp. De huid is eerst pijnlijk en glanzend, later blauwachtig en schilferend. Soms ontstaan blaren (belroos), soms sterft de geheele huid af'. Dit laatste komt voor bij kwaadaardige wondroos, die vroeger in ziekenhuizen geen zeldzaamheid was en soms doodelijk verliep. De meeste vormen zijn echter niet kwaadaardig.

Sommige menschen hebben elk jaar eenige malen roos aan het gelaat, tengevolge waarvan de huid langzamerhand verdikt. Netelroos en gordelroos zijn andere huidaandoeningen.

< >