Een eigenaardige huidontsteking aan de achterzijde van den koot bij paarden. Er ontstaan schilfers, klooven, verdikkingen, vochtige afscheidingen, soms etter.
Deze laatste vorm van mok kan veroorzaakt worden door paardenpokken. Soms is de schurftmijt de verwekker van de mok. Komen schilfers op andere plaatsen dan in het koothol voor, dan spreekt men niet van mok maar van rap. Mok is zeer langdurig; het paard kan er kreupel door worden. In den winter komt mok zelfs in goed verzorgde stallen voor, in den zomer ziet men de ziekte niet. Dit bewijst dat onreinheid mede de oorzaak is.