Maretakken, vogellijm, groenblijvende woekerplant, met gaffelvormige bladeren. Deze plant wijkt in velerlei opzicht van andere planten af en trok daardoor reeds in oude tijden de aandacht.
Op niet minder dan 69 boomsoorten heeft men mistels zien groeien, doch zelden op naaldhout en eiken. Misschien juist daarom bewezen de oude Germanen aan den eikenmistel bijzondere eer. De eik was reeds van ouds het zinnebeeld van kracht en een versiering met eikenloof had steeds een zinnebeeldige beteekenis. De ouden hielden hun godsdienstoefeningen onder een eikenboom en het liefst onder een eik met een mistel. In Limburg treft men de mistels vaak op populieren aan. De zanglijster eet gaarne de witte bessen (mistellijster); andere lijstersoorten eten ze niet.
De uitwerpselen der vogels komen op de boomen terecht; de onverteerde zaden gaan kiemen en het hout van den boom groeit om het worteltje heen, dat daarna sappen uit den boom trekt. Bovendien voedt het plantje zich, zooals alle planten met groene bladeren, met voedsel uit de lucht door middel van zijn bladgroen.Ofschoon de vereering van den mistel een Germaansch gebruik was, leeft het ten onzent niet meer. In Engeland worden echter jaarlijks met Kerstmis scheepsladingen mistels uit Bretanje ingevoerd.
De mistels uit Limburg komen te Maastricht aan de markt. Men vreest daar uitroeiing van de plant, zooals naar men zegt in Sleeswijk gebeurd is. Kunstmatige teelt is wel beproefd, maar niet gelukt, ofschoon men uit het zaad der bessen, uitgestreken op een tak, wel eens een mistel heeft gekweekt. Een aftreksel van maretakken werd vroeger gebruikt als geneesmiddel tegen vallende ziekte. De geheimzinnigheid, die zoowel het wezen van de plant als dat van de ziekte omhulde, was de aanleiding daartoe. Tegenwoordig is het een geneesmiddel tegen hoogen bloeddruk. Uit Nederlandsche onderzoekingen is namelijk gebleken, dat een aftreksel van maretakken verwijding van de bloedvaten, dus verlaging van den bloeddruk kan bewerken.
Uit de bast van de takken en uit de witte bessen is een sterke lijm te bereiden, door-, dat deze een zeer taaie gomsoort bevatten, welke op caoutchouc gelijkt. Door bijvoeging van olie en hars verkrijgt men hieruit een sterke lijm, waarmede men vogels kan vangen (vogellijm). Deze lijmsoort wordt ook op vliegenvangers gebruikt.
De Portugeesche mistels, die op olijfboomen groeien, dragen roode bessen. Er bestaan ook mistelsoorten, die blauwe bessen dragen; sommige hebben bessen, zoo groot als kersen.