In de Middeleeuwen de naam voor een reizend zanger of voor een zanger in dienst van een heer. In den tijd van de romantiek in de 19de eeuw, is het woord weer in gebruik gekomen voor dichter of zanger.
Hofdijk werd om zijn Kennemer balladen de Kennemer minstreel genoemd. Het is een Middeleeuwsch woord, afgeleid van het oud-Fransche menestrel, den naam voor den speelman, die de zangen der troubadours met den vedel begeleidde. De klemtoon valt op de eerste lettergreep.