Azijnzuur lood. Loodsuiker verkrijgt men door een oplossing van lood in azijnzuur, in te dampen.
Het is een wit poeder, bestaande uit doorschijnende, glanzende kristallen, die, aan de lucht blootgesteld, verweeren en in koolzuurlood overgaan, waardoor ze minder doorschijnend worden. Loodsuiker komt in vaten in den handel en wordt in verffabrieken gebruikt. Loodsuiker door de verf gemengd, bespoedigt het drogen. Men noemt het daarom siccatiefpoeder, drogingspoeder. Voor witte verf is loodsuiker het beste siccatief, omdat het, in tegenstelling met gewone siccatief (lijnolie met bruinsteen gekookt en met terpentijn gemengd) de verf niet geel maakt. Bovendien maakt loodsuiker de verf harder en minder vatbaar voor opzwellen en barsten.
Lijnolie is n.l. een verbinding van vetzuur en glycerine, welke verbinding ontleed wordt door het licht en door de kleurstof korreltjes van de verf, hetgeen met bersten en opzwellen gepaard gaat. Loodsuiker gaat die zwelling tegen, doordat het lood met het vetzuur een verbinding vormt, waardoor een harde metaalzeep ontstaat.Loodsuiker is verder een samentrekkend middel voor zieke slijmvliezen en wordt daarom in verdunde oplossingen gebruikt als gorgelwater en als oogwater. Uit loodsuiker (azijnzuurlood) en loodazijn (basisch azijnzuur lood) maakt men loodwit.