Gepubliceerd op 18-08-2020

Lijkenwas

betekenis & definitie

De gewone wijze van vergaan van een lijk, bij volle toetreding van lucht is een stinkende rotting. Kan daarentegen weinig zuurstof toetreden, dan gaat de ontleding zeer langzaam en veranderen de vetten, welke zich in het lijk bevinden, in glycerine, en vetzuren.

De vloeibare vetzuren en de glycerine zakken weg en de vaste vetzuren (stearine en palmitine) blijven over. Deze vormen de zgn. lijkenwas, een geelachtige, brokkelige, vetachtige, harde stof, die bij verwarming smelt en oplosbaar is in aether en alkohol. Is er tevens kalk aanwezig, dan verzeepen de genoemde vetzuren, waardoor de resten nog vaster worden, terwijl onder bepaalde omstandigheden het lijk bovendien nog uitdrogen kan. Het gevolg van deze ongewone veranderingen is, dat de uitwendige vormen van het lijk merkwaardig goed behouden blijven, vaak beter dan door balseming.Bij de opruiming van een kerkhof worden een enkele maal dergelijke lijken aangetroffen; de oorzaak moet dan meestal hierin gezocht worden, dat de lijken tengevolge van rijzing van het grondwater onder water zijn gekomen. Men vond op de begraafplaats van Oostwoud een twintigtal van zulke lijken. De oorzaak van de vorming van lijkenwas bleek daar te zijn: een zeer fijne korreling van het zand, dat bovendien met leem was vermengd, waardoor de luchttoevoer was afgesloten.

Soortgelijke afwijkingen in de gewone ontleding komen ook bij plantenstoffen voor.

Zoo ziet men in poelen, die 's zomers uitdrogen en ’s winters vol water staan, een ongewoon soort turf ontstaan, welke op pikachtige aarde gelijkt en gliede genoemd wordt.

< >