Visch, die levend, of althans pas dood, wordt aangevoerd en gekerfd. Door dat kerven trekken de doorgesneden spieren zich sterk samen, zoodat een gapende kerf ontstaat.
De spieren krimpen en de visch komt in gekookten toestand met hard vleesch op tafel.Doode visch. op dezelfde wijze gekerfd, vertoont geen gaping in de kerven. Men legt de doode, gekorven visch wel in ijswater om het krimpen der spieren te bevorderen (in de krimp leggen) en de visch als krimp gesneden te verkoopen.
Visschers zeggen: de visch is nog krimp (levend).