Gepubliceerd op 18-08-2020

Kopsnepper (heelkunde)

betekenis & definitie

Oud heelkundig werktuig, dat 8—12 mesjes bevatte, welke, door drukken op een veer, lossprongen, naar buiten kwamen en door de huid sneden. De diepte der wondjes kon geregeld worden.

In de oude geneeskunde werd dit werktuig toegepast bij ontstekingen om kwade sappen af te leiden, in plaats van bloedzuigers of mosterdpappen.Koppen zetten of koppen had hetzelfde doel. Men had droge koppen : een glas met elastieken bal werd op de huid gezet en luchtledig gezogen, waardoor de huid naar binnen ging en de vaten zich sterk met bloed vulden. Werden met den kopsnepper eerst sneedjes gemaakt en dan gezogen, dan sprak men van bloedige koppen.

< >