Een wit zout van knalzuur, een zuur, dat op zichzelf niet bestendig is. Het wordt bereid door kwik, alkohol en salpeterzuur in bepaalde verhouding op elkaar te laten inwerken; er ontstaat dan een wit bezinksel : het knalkwik.
Dit ontploft reeds door geringen druk en is dus zeer gevaarlijk. Voor geweerlading is het niet geschikt, omdat de ontploffing te snel verloopt en een berstende werking heeft. Daarom mengt men het met buskruit. Dit mengsel wordt gebruikt om slaghoedjes te vullen en voor het maken van knalerwten, knalbonbons en pistaches.Knalgoud en knalzilver zijn nog gevaarlijker dan knalkwik.