Hooge, steile zeekust. Het hooge klif aan de kust van het Kanaal.
Ook in ons land zijn kliffen. Dat zijn de steile afgebrokkelde kusten van de Zuiderzee, bergen van keileem, afkomstig van den steendijk (moraine) van het landijs, dat eertijds ons land bedekte. Het meest bekende is het Mirdummer Klif tusschen Stavoren en De Lemmer, aangekocht door de Ver. tot B. v. Natuurmonumenten. Het ligt ten Z.W. van het dorp Oude Mirdum; het hoogste deel ligt 8 meter boven de zee. In voor- en najaar worden er soms groote stukken afgeslagen en een nieuwe doorsnede wordt zichtbaar.
De klei wordt uitgespoeld en groote steenen, soms van een meter middellijn, blijven over en zakken op het strand. Die steenen zijn in vroeger tijd door het landijs uit de Oostzeestreken hier gebracht. Men meent uit dit klif te kunnen bewijzen, dat er slechts één landijsbedekking is geweest, geen herhaling dus van verscheidene landijsbedekkingen. Men treft er bijzondere planten en dieren aan : de blauwe zeedistel, de bergeend, de oeverzwaluw. De nieuwe zeedijk sluit bij Oude Mirdum tegen het oude klif aan, zoodat het klif nu oever van het meer Flevo is geworden.
Vele andere kliffen zijn vergraven. Het Roode Klif, dat vroeger met roode bloemen begroeid was, is niet steil meer en niet rood. In de Roos van Dekama komt een beschrijving van het Roode Klif voor. Bij Vollenhove heeft men nog een klif: De Voorst.