Ziekte van het varken, veroorzaakt door een draadworm van 1 mm lengte, die opgerold in de spieren ligt (gekronkelde haarworm, trichina spiralis). Deze wormen doen zich voor als korreltjes (gort, gerstekorrel).
Men meent, dat het varken zich besmet door het eten van ratten, die vaak aan trichinen lijden. De mensch kan zich besmetten, door het gebruik van slecht gekookt, gortig varkensvleesch. De worm komt dan in maag en darm (darmtrichinen), vermenigvuldigt zich daar, boort door den darm heen en verhuist naar de spieren, die opzwellen en pijnlijk worden (spiertrichinen). De zieke is misselijk, heeft slijmerige ontlasting, koorts, zwelling om de oogen en de dood kan er het gevolg van zijn. Bij de vleeschkeuring let men in hoofdzaak op de keelspieren, tong en middenrif, plaatsen, waar zich de draadworm het liefst ontwikkelt. Gortig spek.
Gortig vleesch. Figuurlijk: onzuiver: het gortig zwijn. Het al te gortig maken.