Gepubliceerd op 18-08-2020

Gording (bouwkunde)

betekenis & definitie

Een dwarse balk, welke dient tot koppeling van twee gebinten (dakstoelen) of van een rij palen, of van een schoeiing. Afb. blz. 167.

De ringvormige, ijzeren verbinding van de schoepen van een scheprad. Op de dakgordingen liggen de daksparren of bij een beschoten dak, de bebording. De waterpasse verbindingsbalk van een schoeiing noemt men de strijkgording.

< >