Gepubliceerd op 18-08-2020

Glauberzout

betekenis & definitie

Zwavelzuurnatrium, Kleurlooze kristallen, welke veel kristalwater bevatten en, aan de lucht blootgesteld, in wit poeder overgaan, met verlies van het kristalwater. Het zout ontleent zijn naam aan den arts en alchimist Glauber, die het in

1658 beschreef en waarna het als Glauber's Wonderzout (Sal mirabile Glauberi) bekend werd. Het komt voor in zeewater, en in zoute bronnen (Karlsbader zout). Het wordt voorts als bijprodukt in groote hoeveelheden in scheikundige fabrieken gewonnen. Het watervrije glauberzout wordt in glasfabrieken gebruikt. Verder ook als afvoermiddel (15—50 gram daags). Evenals Engelsch zout wordt het glauberzout moeilijk door den darm opgenomen, het trekt zelfs vocht uit het darmslijmvlies tot zich. Het verhindert de verdikking van den darminhoud en veroorzaakt een waterige ontlasting.

< >