Gepubliceerd op 18-08-2020

Gijzelen (rechten)

betekenis & definitie

Eertijds iemand als onderpand nemen voor de nakoming van krijgsvoorwaarden. In het hedendaagsche recht: iemand in hechtenis nemen ten einde hem te bewegen zijn schuld te betalen.

De gijzeling of lijfsdwang is geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en kan na een vonnis o.a. in de volgende gevallen worden opgelegd : Vooreerst aan kooplieden wegens handelsovereenkomsten (schulden), aan onderteekenaars van wissels (kooplieden of niet), aan notarissen, deurwaarders en andere openbare ambtenaren, die de hun toevertrouwde gelden niet teruggeven, aan vreemdelingen, indien zij geen vaste woonplaats in Nederland hebben, (voor alle schulden), aan getuigen, die voor den rechter weigeren den eed, de gelofte of hun verklaring af te leggen of die weigeren voor den rechter te verschijnen. De bedoeling van den wetgever is geweest, moedwillige wanbetalers te treffen. Indien de schuldenaar bewijzen kan, dat hij niet onwillig, doch onmachtig is om te betalen, dan zal hem geen gijzeling worden opgelegd. De schuldeischer moet telkens voor dertig dagen in het onderhoud van den gijzelaar voorzien. Hij kan het op deze wijze voorgeschotene later op den schuldenaar verhalen.In meer dan de helft der gevallen eindigt de gijzeling met een accoord, hetzij door volledige betaling, hetzij door dading (vergelijk) zonder onmiddellijke betaling. Ten aanzien van vrouwen en mannen boven de zeventig jaar, legt de wetgever een beperking op. Er is kortelings een wetsontwerp aangenomen, waarin wordt bepaald, dat de gijzeling niet langer dan een jaar (vroeger vijf jaar) mag duren. Sommigen keuren de gijzeling af en wenschen haar slechts te beperken tot enkele gevallen.

Men spreekt van: in gijzeling stellen, in gijzeling houden, in de gijzeling zitten, gijzeling aanvragen, naar de gijzeling gebracht worden.

< >