Éénworm, grauwe worm, hemo, hamel. Larven van de langpootmug, welke mug in Amsterdam „glazenwasscher” genoemd wordt.
De emelten zijn schadelijk voor het weiland. Zij komen in April en Mei bij zacht weer boven den grond en vreten graswortels, waardoor de zode los komt te liggen en de weide een wintersch aanzien krijgt. Bij koud weer komen ze niet boven. Men kan ze ontdekken door benzine in het weiland te sprenkelen: zij komen dan snel boven den grond.Emelten komen voor in natte gronden. De wijfjes der langpootmuggen leggen in Augustus en September haar eieren op geringe diepte in den grond, liefst in weiland met open plekken. Na een maand komen de larven uit en gaan terstond eten. Zij verschuilen zich tegen de koude in den grond en kunnen vochtigheid goed verdragen.
Men bestrijdt de plaag door ’s avonds een mengsel van Parijsch groen en zemelen (1 op 25) in kruimeligen toestand op het weiland te strooien. Men moet voorzorgsmaatregelen nemen tegen het stuiven bij het mengen, omdat Parijsch groen een zwaar maagvergif is. De emelten eten het vergif met de zemelen op en sterven. Men kan ook ’s nachts het weiland rollen, om ze dood te drukken. Men kan ze vangen door greppels te graven, waarin ze ’s nachts terecht komen. Kippen en kraaien eten er vele op. In Mei verpoppen ze zich en doen dan geen kwaad meer.