Gepubliceerd op 18-08-2020

Bloot eigendom (rechten)

betekenis & definitie

De eigendom is de omstandigheid, dat een zaak aan iemand toebehoort, het recht iets zijn eigen te noemen, het vrije genot van iets te hebben en er op volstrekte wijze over te kunnen beschikken. Het eigendom is de zaak zelf.

De eigenaar kan aan een ander de bevoegdheid geven, in een bepaald opzicht de zaak te gebruiken. Hij kan b.v. een erfdienstbaarheid op zijn grond leggen, deze in erfpacht uitgeven of er een beklemrecht op verleenen. De bevoegdheden in rechten van den eigenaar kunnen op deze wijze geheel te loor gaan. In het bijzonder is dit het geval bij erfpacht, beklemming en vruchtgebruik. Den eigenaar noemt men dan ,,bloot eigenaar”; hij heeft den blooten eigendom van de zaak.Kapitalen belast met vruchtgebruik komen vaak voor. Levensverzekering-maatschappijen koopen dikwijls den blooten eigendom van die kapitalen van den bloot-eigenaar en worden vol eigenaar bij overlijden van den vruchtgebruiker.

Voor de vermogensbelasting werden tot 1927 de bloote eigendommen niet in de belasting betrokken (wel in de Verdedigingsbelasting I). Thans wordt de bloot eigenaar voor 1/5 in de vermogensbelasting aangeslagen en de vruchtgebruiker voor 4/5.

< >