Een tweejarige gifplant, die tot de nachtschaden behoort, met trechtervormige, vuilgele bloemkroon. Ze is, hoewel schaars, te vinden op mesthoopen, bouwterreinen en langs wegen.
Op dezelfde plaatsen vindt men den doornappel, eveneens een nachtschade, maar met witte bloemen. Alle deelen van het bilzenkruid zijn vergiftig en hebben een zoeten, bedwelmenden geur, waardoor de dieren de plant niet eten. Om het gif (hyociamine) wordt bilzenkruid in het groot in geneeskruidtuinen gekweekt. Het vergif verwijdt den oogappel. Dezelfde werking heeft atropine, dat uit de wolfskers wordt gewonnen.