Het woord halacha is afgeleid van het hebreeuwse werkwoord halach, dat 'gaan, volgen’ betekent. Halacha betekent dan letterlijk 'het gaan, het volgen’, maar heeft in figuurlijke zin de betekenis gekregen van: de wet die of het voorschrift dat men volgt, de godsdienstige wet.
In het enkelvoud wordt er ’de wet’ mee bedoeld, het normatieve deel van de Tora en in het bijzonder van de mondelinge leer. In het meervoud spreekt men van ’halachot’ en dan bedoelt men de verzameling wetten, gedragsregels.De traditie laat de Halacha al terug gaan op Mozes, want men spreekt van ’halacha le-Mosje mi-Sinai’, dat is: de wet, die aan Mozes op Sinai is gegeven.
Deze halacha is heel oud en vindt geen steun in de Tora, in tegenstelling tot de Midrasj die juist het verband tussen de wet en een bijbeltekst of passage tracht te leggen.