Een grootheid M is extensief als (1) dingen volgens M kunnen worden geordend, en (2) er eenheden van M zijn zodat voor ieder natuurlijk getal n dingen met n zulke eenheden kunnen wor
den geconstrueerd uit n dingen van elk één eenheid. Globaal gesproken is M een intensieve grootheid als ‘meer M dan’ zinvol is maar ‘twee maal zo M ’ niet. M is extensief als beide zinvol zijn. Lang is duidelijk extensief en mooi vermoedelijk intensief, maar vele gevallen zijn moeilijk te classificeren.
J.J.C. Smart, ‘Measurement’, Australasian Journal of Philosophy, 1959. (Meting in het algemeen. Beperkt ‘grootheid’ tot extensieve grootheden.)
B. Ellis, Basic Concepts of Measurement, 1966. (Uitgebreider en technischer. Zie p. 85.)
J.C. Hall, ‘Quantity of pleasure’, Proceedings of the Aristotelian Society, 1966- 67. (Het meten van genot. Zie p. 40.)
H.L. Bergson, Essai sur les données immédiates de la conscience, 1889, hoofdstuk 1. (Bekritiseert het begrip intensieve grootheid.)