‘Iemand die zit zou kunnen lopen’ kan in samengestelde zin (sensus compositus) worden opgevat als ‘iemand kan lopen terwijl hij zit’, of in gedeelde zin (sensus divisus) als ‘iemand die zit zou in plaats daarvan ook kunnen lopen’. Het eerste neemt zitten en lopen samen, het tweede scheidt ze.
Als we de uitdrukking opgevat in samengestelde zin ten onrechte afleiden uit dezelfde uitdrukking opgevat in gedeelde zin, dan begaan we de drogreden van compositie. De omgekeerde drogreden van divisie treedt op als we bijvoorbeeld ‘iedereen is mannelijk of vrouwelijk’, bedoeld in de samengestelde zin dat iedere persoon mannelijk-of-vrouwelijk is, in de gedeelde zin opvatten: dat iedereen mannelijk of iedereen vrouwelijk is.
Men heeft wel gemeend dat in modale contexten ‘samengesteld’ en ‘gedeeld’ corresponderen met respectievelijk ‘de dicto’ en ‘de re’ (zie modaliteiten). ‘Alle katten zijn mogelijk zwart’ kan betekenen ‘mogelijk zijn alle katten zwart’ of ‘iedere gegeven kat is mogelijk zwart’. In het eerste geval (de dicto, samengesteld) horen katten en zwart bij elkaar met de modale term (mogelijk) daarbuiten. In het laatste geval (de re, gedeeld) komt de modale term essentieel tussen kat en zwart.
A. N. Prior, Formal Logic, 1955. (Zie ‘composition’ in de index.) Comprehensie. Zie intensionaliteit.