Munatia Plancina, dochter van Lucius Munatius → Plancus (1), was de echtgenote van Gnaeus Clapumius → Piso (7), die zij in 17 nC naar zijn provincie Syria vergezelde. Daar raakten beiden gebrouilleerd met → Germanicus, die met bijzondere volmachten in het Oosten verbleef, en diens echtgenote Agrippina; Plancina had een niet minder heerszuchtig karakter dan Agrippina.
Toen Germanicus in oktober 19 onder enigszins geheimzinnige omstandigheden overleed, viel de verdenking ook op Piso en Plancina; zij werden door Agrippina van moord beticht. Terwijl Piso nog voor het einde van het proces zelfmoord pleegde (20), werd het leven van Plancina gered door ingrijpen van haar vriendin ex-keizerin Livia. In 33, na de dood van Livia en Agrippina, werd zij opnieuw aangeklaagd, op bevel van Tiberius; het voorbeeld van haar echtgenoot volgend, voorkwam ook Plancina een veroordeling door zelfmoord, volgens Tacitus (Annales 6, 26) sera magis quant immerita supplicia (’een terechtstelling meer te laat dan onverdiend’).Lit. R. Hanslik (PRE 16, 556v). [Nuchelmans]