Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

PHRYGISCH

betekenis & definitie

Het phrygisch, een indo-europese taal, is bewaard gebleven in twee groepen van inscripties. De eerste omvat thans ruim 80 z.g. oudphrygische opschriften uit de 7e tot de 4e eeuw vC, geschreven in een met het griekse verwant alfabet, tot de tweede behoren ca. 110 nieuwphrygische inscripties uit de 2e en 3e eeuw nC in grieks schrift.

De oudphrygische teksten zijn slechts voor een klein deel begrijpelijk, de nieuwphrygische grotendeels, zodat de verwantschap tussen de beide taalstadia niet goed vast te stellen is. Voor zover het onderzoek reeds conclusies toelaat, kan worden aangenomen dat het phrygisch in veel opzichten nauwer verwant is met het grieks dan met het armeens en iraans; duidelijk is ook dat het zeker niet tot de hethitisch-luwische tak van het indo-europees behoort. De vroeger door sommigen geponeerde nauwe verwantschap met het thracisch of macedonisch is niet te bewijzen zolang we van deze beide talen zo weinig weten. In de 6e eeuw nC was het phrygisch geheel uitgestorven.Lit. J. Friedrich (PRE 20, 868-882). - O. Haas, Die phrygischen Sprachdenkmäler (Sofia 1966). R. S. Young, Old Phrygian Inscriptions from Gordion (Hesperia 38, 1969, 252- 296).

M. Lejeune, Discussions sur l’alphabet phrygien (Studi Micenei ed Egeo-Anatolici 10, 1969, 19-47). Id., Notes paléophrygiennes (Revue des Études Anciennes 71, 1969, 287-300). Id., Les inscriptions de Gordion et l’alphabet phrygien (Kadmos 9, 1970, 51-74). [Nuchelmans]

< >